Een hellend terrein kan boeiende architectuur uitlokken. De terreinhelling was hier aanleiding voor een omgekeerde planorganisatie, wat de woning atypisch maakt. De nachtvertrekken zijn op kelderniveau, half ondergronds onderbracht. Daardoor bevinden de leefruimtes zich op de gelijkvloerse verdieping, maar toch verheven ten opzichte van het straatniveau. De verdieping tot slot biedt plaats aan een bureau, van waaruit mooi zichten op de vallei ontstaan.

Twee patio’s verzekeren de nachtruimtes van daglicht: eentje aan de straatzijde en eentje in de achtertuin. De patio in de achtertuin is afgedekt met stalen zelfdragend maaswerk. Die vormen het terras, maar laten toch voldoende daglicht toe in de onderliggende badkamer.

Doorzonwoning:
De woonruimte is opgevat als doorzonconcept: er is contact met de straat en de tuin en het licht valt de hele dag binnen. Een grote vide zorgt voor een relatie tussen de keuken en leefruimte enerzijds en de bureau anderzijds.

De uitbouw voor de bureau is smal gehouden om de signaalfunctie kracht bij te zetten. Om het verticale aspect van de woning te doorbreken, is geopteerd voor gevelbrede raampartijen. Ze wisselen af met metselwerk in horizontale banden.